Skip to content

Kom op voor een propere gemeente

Kom op voor een propere gemeente

De inwoners uit de randgemeenten krijgen van hun gemeentebesturen een vergiftigd geschenk om het nieuwe jaar van start te gaan: de prijs voor een restafvalzak zal vanaf dan 2 euro bedragen en die voor een GFT-zak 1 euro. Intercommunale Intradura, die verantwoordelijk is voor het afvalbeheer, wil het sorteren vergemakkelijken door overal dezelfde vuilniszakken te voorzien, maar daar gaat een stiekeme prijsstijging mee gepaard. Nog duurdere vuilniszakken zullen het sluikstorten enkel laten toenemen en het straft de bevolking die wel braaf haar afval sorteert. 

Een asociale taks

Op 1 januari zal afvalbeheerder Intradura de vuilnisophaling in een nieuw kleedje steken door voor de hele regio uniforme zakken te voorzien: een zwarte restafvalzak, een groene GFT-zak en een blauwe PMD-zak onder het motto dat “alle goeie dingen per drie komen”. Dat in de 17 betrokken gemeenten uit de rand een uniforme zak komt kan de vuilnisophaling inderdaad enkel eenvoudiger maken. Waar Intradura echter niet over rept, is de prijsstijging die ermee gepaard gaat. 

In gemeenten als Asse en Dilbeek zal een restafvalzak 33% duurder worden. En dat terwijl een samenwerking tussen gemeenten, in dit geval via intercommunale Intradura, in principe zou moeten leiden tot meer efficiëntie, en bijgevolg dus lagere prijzen. De wereld op zijn kop! Het is dan ook moeilijk om deze prijsverhoging niet te zien als een nieuwe verdoken pestbelasting. 

Dat is niet de eerste bijkomende belasting voor de inwoners van de verschillende gemeenten. Na de verkiezing van 2018 kwam er al een verhoging van de gemeentebelastingen in verschillende gemeenten. Bovendien bestaat er naast de kost voor vuilniszakken al een milieubelasting. In Asse kwam er in oktober zelfs nog een andere onaangename verrassing in de bus: een factuur van 55 euro te betalen voor ‘vuilniszakken gezin’. Alle kosten voor het ‘vervuilen’ worden op deze manier doorgeschoven naar de bevolking die braaf haar afval sorteert. 

Het verhogen van de prijzen zorgt er zogezegd voor dat de vervuiler betaalt voor de verwerking van het afval. Dit idee houdt in dat degenen die schade toebrengen aan het milieu de economische kosten zouden moeten betalen. De echte vervuiler blijft hierdoor opnieuw buiten schot. Het is de industrie die ervoor zorgt dat je amper nog producten kan kopen zonder de gekende plastieken verpakkingen. Tegenwoordig zien we dat bijna alles in een verpakking zit, van een krop sla tot koekjes. Dit maakt het voor de producenten makkelijker om alles langer houdbaar te maken en te vervoeren, maar zorgt dus ook voor een onnoemelijke afvalberg. 

De producent geniet van de voordelen van verpakkingen ondanks de talloze negatieve effecten die dit heeft op ons milieu terwijl de consument steeds meer mag betalen voor de verwerking ervan, zoals we nu dus opnieuw zien in de regio Halle-Vilvoorde. Wij kunnen niet akkoord gaan met deze onrechtvaardigheid en stellen daarom voor om de prijzen voor vuilniszakken terug te dringen naar het niveau van Brussel, waar de prijs voor een rol van restafvalzakken 2.50 euro bedraagt en die voor een rol GFT-zakken 1.25 euro. Dat is meer dan 10 maal goedkoper. De bevolking mag niet gestraft worden omdat het braaf zijn afval sorteert. Voor veel mensen is een rol vuilniszakken kopen een extra aanslag op hun budget. 

Zo komen we meteen bij een tweede probleem dat zich onherroepelijk stelt bij de hoge prijs van vuilniszakken: dat van het sluikstorten.  

Duurdere vuilniszakken zullen enkel leiden tot meer sluikstorten

In zowat elke gemeente blijft sluikstorten en zwerfvuil een gigantisch probleem. Het is niet enkel een doorn in het oog voor het straatbeeld en het milieu maar het kost bovendien ook handenvol geld om het op te ruimen. Verschillende gemeenten experimenteren zelf met dure en repressieve maatregelen zoals het plaatsen van camera’s om sluikstorten tegen te gaan, maar structurele oplossingen worden vooralsnog niet gevonden. 

Indien we een blik werpen op sluikstorten in de rand zien we dat er zich twee constanten voordoen: vaak bevinden de storten zich aan containers of afvalpunten van de gemeente én er is een duidelijke link met het Brusselse door de aanwezigheid van Brusselse vuilniszakken en het feit dat veel sluikstorten zich dichtbij de grens met Brussel bevinden.

Mensen doen niet aan sluikstorten voor hun plezier. Het kost meer moeite en risico om aan sluikstorten te doen, dat gepaard gaat met stevige boetes, dan om braaf je zak voor je deur te zetten. Het is natuurlijk geen excuus, maar dat mensen hun afval vaak droppen op plaatsen waar de gemeente sowieso passeert toont aan dat mensen niet per se van slechte wil zijn. 

Dat de beweegreden voor het sluikstorten geen slechte wil is, maar gepaard gaat met een financiële component, zien we aan de grote aanwezigheid van Brusselse afvalzakken in de sluikstorten. In Brussel zijn vuilniszakken meer dan 10 keer goedkoper. Bovendien zien we dat er door de hoge prijzen in de rand veel mensen hun afval in Brussel gaan afzetten. Één zesde van de Brusselse sluikstorten ontstaat door afvaltoeristen: mensen uit de Vlaamse of Waalse rand die hun vuilnis in Brussel afzetten vanwege de goedkopere prijzen.

De maatregelen die gemeenten nu al nemen, zoals het plaatsen van camera’s, installeren van grasperkjes om bewoners aan te manen de buurt proper te houden of het uitdelen van GAS- boetes veranderen niets aan het feit dat veel mensen zich wagen tot sluikstorten omdat ze de hoge prijs voor een rol vuilniszakken niet kunnen of willen betalen. Het verhogen van die prijs zal dit probleem enkel erger maken.

In actie tegen peperdure vuilniszakken, voor een propere gemeente

De verhoging van de prijs voor vuilniszakken is er één die in geen enkel verkiezingsprogramma van de betrokken politieke partijen in de 17 gemeenten te vinden is. Bovendien is er geen enkel overleg met de bevolking geweest voorafgaand aan deze beslissing. Dat is niet de manier waarop democratie behoort te werken en dus roepen we met de PVDA op om in actie te schieten tegen deze asociale belastingverhoging.

Hiervoor beginnen we met een campagne waarin we voorstellen de prijzen voor vuilniszakken in de 17 betrokken gemeenten te verlagen naar het niveau van Brussel. Dat betekent een flinke besparing in iedereen zijn portemonnee en het is de enige structurele oplossing die men kan nemen om het sluikstorten tegen te gaan. 

Wij roepen iedereen daarom op om onze petitie te tekenen voor goedkopere vuilniszakken indien je niet akkoord gaat met deze beslissing. Alleen door samen onze stem te verheffen kunnen we deze asociale maatregel ongedaan maken! 

Hoe gaan we dat betalen? 

Het zou oneerlijk zijn om te spreken van goedkopere vuilniszakken, zonder het te hebben over de betaalbaarheid van dit voorstel. Om aan te tonen dat ons voorstel niet uit de lucht gegrepen is, gebruiken we de gemeente Asse als voorbeeld. 

Na de gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2018 verhoogde het nieuw gemeentebestuur in Asse prompt de belasting op opcentiemen en de personenbelasting.  De meerkost van deze maatregel per gezin: zo’n 515 euro. Wij berekenden dat de verlaging van de prijs voor de vuilniszakken naar het niveau van Brussel zo’n miljoen euro zou kosten aan de gemeente. Dat is een fractie van de miljoenen die de gemeente extra int door de belastingverhoging.  

Bovendien betalen de burgers in Asse al een milieubelasting ter waarde van zo’n miljoen euro in totaal en kwam er bij elk gezin nog een extra belasting in de bus van zo’n 55 euro voor ‘vuilniszakken gezin’. Het lijkt ons dan ook compleet onlogisch dat er ook nog via een derde weg, de kostprijs van de vuilniszakken, door de bevolking moet betaald worden voor de verwerking van afval. 

Tot slot moet ons voorstel niet gezien worden als een kost, maar veeleer als een investering voor de toekomst. Het opruimen van sluikstorten kost handenvol geld en ook de maatregelen die de gemeente neemt om sluikstorten in de hand te werken zijn extreem duur. Het plaatsen van camera’s, waarmee men nu in Asse experimenteert om het sluikstorten tegen te gaan, spant daarin de kroon. De aankoopprijs van een toestel bedraagt gemiddeld 14.000 euro en de werking van zo’n camera kost ook nog eens 14.600 euro per camera, per jaar.